Bij een felsdak worden platen zink in de lengterichting met zogenaamde staande felsverbindingen aan elkaar verbonden.

Algemeen

De materiaaldikte bedraagt 0,80 mm. De toelaatbare baanbreedte wordt bepaald door de windbelasting en de hoogte van het dak. De standaard baanbreedten variëren van 330 mm tot 530 mm. De maximale baanlengte bedraagt 10 meter.

Systemen bij felsdaken: De felsverbinding kan bestaan uit een enkele of dubbele verbinding. Een enkele verbinding heeft een minder goede waterdichtheid en mag daarom pas worden toegepast op daken met een hellingshoek vanaf 25°.

De felsbanen worden met behulp van klangen op de ondergrond vastgezet. Deze klangen worden op de ondergrond vernageld en in de verbinding meegefelst. Om uitzetting van de bedekking mogelijk te maken worden fixeer-(vaste) en schuifklangen gebruikt.

Ondersteuning

Het felsdak moet volledig ondersteund worden door een dakbeschot. Wij adviseren dit dakbeschot te maken van ongeschaafde houten delen met een dikte van 23-25 mm zonder messing en groef. De houten delen worden met kieren tot ca. 5 mm aangebracht. Bij dakhellingen boven 40° mogen kieren tot een breedte van 100 mm worden toegepast (zie detail 3.1.5). Een dakbeschot van dakplaten is ook toelaatbaar, mits deze dakplaten geen agressieve stoffen bevatten die zink kunnen aantasten.